Met deze verhouding willen wij binnen een semesterstructuur in de eerste en de tweede graad het belang onderstrepen van procesevaluatie: leerlingen bouwen hun leerstof op en trainen hun vaardigheden in de loop van het schooljaar. In de derde graad verschuift de klemtoon meer naar de proefwerkevaluatie om de leerlingen geleidelijk voor te bereiden op het hoger onderwijs. Voor het vak Nederlands in de derde graad zijn de vaardigheden volledig ondergebracht in het dagelijks werk. Het proefwerk Nederlands is een zuiver leerstofexamen. De verhouding voor Nederlands in het 5de en het 6de jaar is dan ook: dagelijks werk 66% – proefwerk 34%.