Visie op leren leren |
In de onderwijsvisie van het Sint-Ritacollege neemt het leren leren een belangrijke plaats in. Leerlinggerichtheid vormt het centrale uitgangspunt.
De leerlijn leren leren steunt op een viersporenbeleid:
Dit gebeurt telkens aan de hand van concrete leerstof van het betreffende jaar en hierbij worden zo veel mogelijk leerkrachten ingeschakeld. De kalender leren leren bepaalt welke leerkracht welke stap aanbrengt en de leerkracht vertaalt die stap dan verder naar zijn/haar vak. Het is essentieel dat de transfer tussen de formele stap uit het programma leren leren en de concrete lessen maximaal is.
Leercompetenties |
Verwerkingsstrategieën | |
Informeren | Stap voor stap uitzoeken, bestuderen en verwerken. Opsplitsen van een geheel in onderdelen, in details Aandacht besteden aan feitelijke informatie. |
Selecteren | Onderscheiden van hoofd- en bijzaken. Reduceren van leerstof tot de belangrijke onderdelen. |
Memoriseren en herhalen | Informatie onthouden, uit het hoofd leren. Het studeren richten op reproductie. |
Concrete verwerking | Concrete voorstellingen vormen bij abstracte zaken. Voorbeelden en toepassingen bedenken. Leerstof in eigen woorden formuleren. Aansluiten bij tastbare werkelijkheid en eigen ervaring. |
Toepassen | Zich oefenen in het gebruiken van leerstof. Oefeningen maken, vraagstukken oplossen, vaardigheden trainen. |
Structureren |
Komen tot een totaalbeeld. Komen tot een overzichtelijk schema. Komen tot lijnen. |
Relateren | Zoeken naar verbanden. Zoeken naar overeenkomsten en verschillen. Zoeken naar de relatie tussen verworven kennis en nieuwe kennis. |
Kritisch verwerken | Vormen van een eigen interpretatie. Vormen van eigen conclusies en meningen. Meedenken en niet zomaar accepteren. |
Regulatiestrategieën | |
Plannen | Volgorde van de leeractiviteiten bepalen. Concreet werkplan opstellen en de tijd bepalen. |
Bijsturen | Planning aanpassen, werkplan veranderen. Motivatie bijspijkeren, inspanningen verhogen. |
Oriënteren | Het leerproces voorbereiden. Nadenken over doelen, verwerkingsstrategieën, tijd. |
Proces bewaken | Opvolgen en observeren van het leerproces. Bereiken de leeractiviteiten de beoogde doelen? |
Evalueren | Beoordelen van het leerproces dat gevolgd werd. Stemmen de leerresultaten overeen met de leerdoelen? |
Toetsen | Controleren of de leerstof verwerkt is. Vragen stellen aan zichzelf. |
Diagnosticeren | Vaststellen van hiaten in eigen kennis en vaardigheden. Onderzoeken van mogelijke oorzaken van moeilijkheden of successen. |
Reflecteren | Lessen trekken voor toekomstige leertaken.
Nadenken over leren en over zichzelf als leerling. |
Affectieve verwerkingsstrategieën | |
Concentreren | Het richten van de aandacht op een leertaak. Hoe ga je om met stoorzenders? Hoe slaag je erin om je aandacht te behouden? Hoe slaag je erin om efficiënt te werken? |
Inspannen | Inzet vertonen voor leertaken. Op je tanden kunnen bijten om iets onder de knie te krijgen of om een opdracht af te werken. |
Motiveren | Hoe bouw je je motivatie op? Hoe blijf je gemotiveerd voor een leertaak? Hoe kan je jezelf belonen? |
Waarderen | Positief staan tegenover studeren en inspanningen leveren om resultaten te behalen. Hoe belangrijk zijn resultaten voor jou? |
Omgaan met zelfvertrouwen | Zelfvertrouwen behouden, positief leren denken. Opletten voor een overmoedige houding. |
Omgaan met stress | Hoe zenuwachtigheid en angst onder controle houden bij toetsen en proefwerken? |
Omgaan met frustratie en hulpeloosheid | Wat doe je als je de leerstof echt niet begrijpt? Kan je iets zonder meer uit het hoofd leren zonder te vatten waar het over gaat? |
Verwachten | Opbouwen van verwachtingen over het verloop en de resultaten van een leerproces. Realistische verwachtingen koesteren over de resultaten die je kan behalen met je inspanningen. |
Attribueren | Toeschrijven van resultaten aan oorzaken. Zijn goede/slechte resultaten toe te schrijven aan oorzaken waar je controle op hebt of niet? Gelden deze oorzaken altijd of enkel in specifieke omstandigheden of voor een bepaald vak? Zitten deze oorzaken bij jou of bij anderen? |
Jezelf beoordelen | Jezelf inschatten als leerling. Je eigen bekwaamheid bepalen in het algemeen of voor specifieke vakken. |
Sociale verwerkingsstrategieën | |
Samenwerken | Een bijeenkomst voorbereiden Een communicatieve houding aannemen, actief luisteren, discussiëren, overleggen. Afspraken maken en respecteren. Bereid zijn samen te werken met groepsleden. Standpunten en argumenten assertief kunnen verdedigen, consensus zoeken , compromissen kunnen sluiten. Beslissingen nemen. Feedback geven |
Notuleren | Een schriftelijk verslag opstellen van een groepswerk. Afspraken maken en noteren Efficiënt rapporteren |
Leiding geven | Doelen bepalen en respecteren. Iedereen aan bod laten komen, stoorzenders afremmen. Problemen in een team aanpakken. Besluiten formuleren. Beslissingen nemen. |
Presenteren | Een mondelinge presentatie houden. Een schriftelijke presentatie (paper) opmaken. Bronnen wetenschappelijk weergeven. Gebruik kunnen maken van elektronische presentatietechnieken en AV-media |
Evalueren | Een groepswerk kunnen evalueren. Peerevaluatie kunnen geven. Kritisch reflecteren |